Terwijl ik dit schrijf is het voor mijn gevoel al 1.45u, maar is het hier pas 20.45u. De eerste dag in Bolivia en de eerste kennismaking met de Bolivianen is een feit!
Vanmorgen om 6.45u lokale tijd (11.45u Nederlandse tijd) landde ons vliegtuig op Viru Viru Airport in Santa Cruz, Bolivia. Santa Cruz ligt in het oosten van Bolivia en is de welvarendste stad van het land. Het ligt tegen het Amazone regenwoud aan, maar daar was vanuit het vliegtuig helaas weinig van te zien. Boven de stad hing een dikke laag bewolking, waardoor we pas vlak voor de landing iets van groen konden zien en dat was zo plat als Nederland. Niet helemaal het beeld dat ik vooraf had van Bolivia, waar ik vooral naartoe wilde vanwege het hoogland. Maar daar komen we later deze reis nog.
Na de paspoortcontrole, die, zoals in ieder niet-westers land een onbegrijpelijke eeuwigheid duurde doordat mannen met stempels, mannen met belangrijke aanwijstaken, nog meer mannen met stempels, mannen achter scan-apparaten en een vrouw die het commando “druk op de groene knop” hun taak bijzonder serieus nemen, werden we ontvangen door Anna, onze reisleidster, antropoloog en vooral Bolivia-kenner en -fan.
Met twee taxi’s werden we naar ons mooie hotel gebracht, waar we twee aan twee in een huisje konden, met ieder onze eigen slaap- en badkamer. Wat een luxe! We moeten er ook maar niet teveel aan wennen, want we slapen de rest van deze reis in behoorlijk minder luxe accommodaties. Maar voor deze aankomstdag was het heerlijk. Want hoe moe ik gisteravond ook was, echt lekker geslapen heb ik niet in het vliegtuig.
De eerste uren waren voor onszelf, om bij te komen. En omdat we toch in de tropen zijn, en het hier vanmorgen om 9.00u al een heerlijke 26 graden was, zijn mijn huisgenootje en ik maar eens begonnen met een duik in het zwembad. Ik zou bijna denken dat ik hier op vakantie was. Maar nee, we nemen onze taak serieus en dus zijn we direct na het ontbijt met een groepje de omgeving van het hotel gaan bekijken. Een mooie gelegenheid om elkaar wat beter te leren kennen en fotografietips uit te wisselen. Ilsoo (van Fatkidscake) is enorm goed in het fotograferen van (vreemde) mensen, dus daar valt voor mij veel te leren, want ik vind dat vaak toch nog best lastig en gênant. Gelukkig spreek ik dan weer een beetje Spaans (dat hier met het uur vooruit gaat, hoera!) en dus vullen we elkaar goed aan!
Voor de lunch nam Anna ons mee naar het centrum van Santa Cruz, waar we werden afgezet bij het grote plein. Dat is zo’n plein dat je kent uit alle boeken over Latijns Amerika. Echt iedere Latijns Amerikaanse stad heeft zo’n plein, met duiven, bankjes en bomen waar de hele stad zit, om zich heen kijkt en waar kinderen de duiven opjagen en mannen spelletjes doen (in het geval van Santa Cruz is dat schaken). Zo’n plein. Een plein dus vol mensen. En laten wij daar met zijn allen nu eens gek op zijn! De eerste vrouwen met kleurrijke rokken en kinderen op hun rug in zo mogelijk nog kleurrijker doeken werden meteen gespot en door ons belaagd voor een foto. En de meeste Bolivianen vinden dat prima! Of niet, maar dan laten ze dat ook op een hele vriendelijke manier weten. De hele middag hebben we dus rondgelopen door de stad en her en der gekletst met de Bolivianen die we tegen kwamen en die we stiekem ook wel graag wilden fotograferen. Zo leuk!
Mijn eerste indruk is dat Bolivianen ontzettend toegankelijk, vriendelijk en fotogeniek zijn. Dat staat in schril contrast met hetgeen Martine, een Nederlandse die al 7 jaar in Bolivia woont, ons ’s avonds vertelde. Martine werkte voorheen voor Mensen met een Missie, maar is nu in dienst bij een van de lokale organisaties die Mensen met een Missie in Bolivia ondersteunt: Levantate Mujer. Die organisatie gaan we later deze week ook nog bezoeken in Sucre. Maar vanavond al vertelde Martine over wat zij precies doen. Het meest indrukwekkend vond ik haar verhaal over het opvanghuis voor meisjes die mishandeld zijn. Dat opvanghuis staat in La Paz. In Bolivia komt het vaak voor dat meisjes opgroeien in armoede en dat zij worden geronseld onder het mom van “een baan in de stad”, waarna zij de prostitutie in moet. Of het is zelfs zo erg dat de ouders van het meisje haar echt verkopen aan een pooier. Meisjes kunnen dan, na toewijzing door de rechter (die bepaalt dat het meisje die opvang nodig heeft), terecht komen in het opvanghuis van Levantate Mujer. Daar worden ze begeleid, maar wordt hen vooral ook geleerd dat dit niet normaal is. Dat zij dit als meisje niet hoeven te doen. Bizar is dat dit tehuis dus maar 12 meisjes kan opvangen, en dat zij veel te vaak meisjes weg moeten sturen. En dat komt, gek genoeg door een wet die onlangs is aangenomen die juist de rechten van vrouwen moet beschermen. In deze wet 348 is opgenomen dat er opvanghuizen voor mishandelde vrouwen en meisjes moeten zijn, maar de eisen die beschreven worden zijn belachelijk. Met als gevolg dat alle goede opvanghuizen van hulporganisaties geen recht van bestaan meer hebben, terwijl de door de overheid opgerichte opvanghuizen (voor zover die er überhaupt al zijn) van slechte kwaliteit zijn.
Martine wist ons vooral duidelijk te maken dat de mishandeling van vrouwen en genderongelijkheid in het algemeen een complex probleem is. Zij richten zich met Levantate Mujer dan ook niet alleen op de slachtoffers van mishandeling, maar willen juist ook preventief te werk gaan. Hiervoor organiseren ze bbq’s en voetbalwedstrijden om mannen te “lokken”, zodat ze ook met hen in gesprek kunnen over gendergelijkheid. Als je immers alleen de vrouw vertelt wat haar rechten zijn, maar de man weet dat niet of wil daar niets mee, dan schiet het nog niets op.
Een ander belangrijk speerpunt van Levantate Mujer is beleidsbeinvloeding. Dit proberen zij vooral te doen door de vrouwen die zij hebben opgevangen en hebben geleerd over hun rechten, zelf hun verhaal te laten vertellen en te laten vertellen wat belangrijk is in de toekomst (bijvoorbeeld aan de lokale overheid laten weten dat zij dat ene potje met geld moeten besteden aan een nieuw opvanghuis).
Martine was daarin bijzonder enthousiast over Mensen met een Missie als een van hun financierders. Dat heeft ermee te maken dat Mensen met een Missie niet na 2 of 3 jaar alweer vertrekt, maar juist langetermijnsteun garandeert. Dat is nodig, omdat het bij hun werk gaat om gedrags- en mentaliteitsverandering. En dat is niet in 2 jaar bereikt. Maar ook mooi is dat Mensen met een Missie een aantal keren per jaar een bijeenkomst organiseert (en financiert) van alle lokale organisaties die zij ondersteunt. Deze organisaties richten zich alle op een ander onderdeel van het probleem van genderongelijkheid en mishandeling van vrouwen. Hierdoor vullen zij elkaar goed aan. En zo kan het dus zijn dat een vrouw die door Levantate Mujer een echte sterke leider is geworden, via de radiozender van een van de andere hulporganisaties haar verhaal kan verspreiden en zo andere vrouwen kan inspireren. Echt heel erg mooi.
Morgenvroeg vertrekken we naar Gutierrez, een dorpje ongeveer 2,5 uur rijden hier vandaan waar een internaat staat waar jongeren naast hun beroepsopleiding ook onderwezen worden in inheemse culturen, feministische theologie en “mannelijkheden”. Vooral in dat laatste vak hopen we daar een les te kunnen bijwonen.