Alles weten over Karate

Op bezoek bij een karateles in Kyoto
Toen wij vorig jaar met ons gezin door Japan reisden, zijn wij ook een dag opgetrokken met een Japanse vrouw. Ik had haar via mijn werk voor Kroostopvang, in Nederland, leren kennen. Ik was op bezoek bij een Japans gezin in Amersfoort en toen ik vertelde dat wij naar Japan zouden gaan en ik graag het échte Japan wilde leren kennen, hebben zij ons gekoppeld aan hun (schoon)moeder.
Na wat over en weer te hebben ge-e-maild spraken Takako en wij af bij het huis van een goede vriendin. Ze spreekt goed Engels en vertelde uitgebreid over Japanse rituelen, het vertrouwen in de voorouders en ze nam ons mee naar de lokale tempel. We aten in een lokaal restaurant met alleen maar Japanse menu’s, dus een plek waar we normaliter nooit naar binnen zouden zijn gegaan. Echt te gek. Maar het hoogtepunt van de dag was wel ons bezoek aan een karateschool.
Ver weg van het toerisme, in een straat langs het spoor, wachtten we op de komst van de leraar (hij had namelijk de sleutel) en zagen we hoe een twintigtal kinderen tussen de 6 en 10 jaar in hun witte broekjes en witte jasjes aan kwamen lopen. We mochten een karate-les bijwonen.
Waanzinnig interessant om te zien. En voor mij ter plekke al een gigantische bron van inspiratie voor een nieuw kinderboek. Een meisje sprong eruit. Klein, een jaar of 6 en met haar zwarte haartjes in twee kleine staartjes. Bloedfanatiek was ze, maar dat had ze dan ook niet van een vreemde. Een van de hulp-leraren bleek haar moeder die streng doch rechtvaardig de kinderen in de juiste houding en beweging hielp.
Ik maakte talloze aantekeningen in mijn telefoon, van het hetgeen ik daar zag. Maar helemaal begrijpen deed ik het niet, bij gebrek aan kennis van het Japans.
Uitleg van een karate kampioen
Dus toen ik een paar weken geleden ein-de-lijk toe kwam aan het uitwerken van die aantekeningen en dit om wilde gaan zetten in een verhaal over Japan voor mijn kinderboek, waarvan zich in de loop der tijd al een grof idee had gevormd in mijn hoofd, liep ik vast op gebrek aan inhoudelijke kennis en begrip van wat ik nu eigenlijk had gezien. Via facebook kwam ik via via (nogmaals dank aan Christine Mulder voor het taggen) in contact met Beirem Ben Barrah. Niet de eerste de beste, bleek na het eerste contact met hem, want Beirem is Nederlands kampioen karate geweest, 2e bij het EK en 3e op het WK. Hij kon mij dus wel wat vertellen over karate.
En dat gebeurde vandaag. Een uur lang heeft hij al zijn kennis over karate (hoewel, hij weet vast nog veel meer) met mij gedeeld. Ik hing aan zijn lippen, want alles werd geïllustreerd met anekdotes uit zijn eigen karatecarriere, die overigens nog steeds voortduurt. Fantastisch!
Door zijn schetsen van leraren en uitleg van de eigenschappen (discipline, wilskracht, doorzettingsvermogen, respect en focus) die hij door karate heeft kunnen ontwikkelen en die hem nu helpen in zijn huidige werk als ondernemer. Maar ook zijn verhalen van hoe hij motivatie putte uit het feit dat een medeleerling beter was dan hij en het feit dat hij nog altijd, zelfs als hij een leslokaal binnenloopt, geheel respectvol iedereen groet, zoals dat aan het begin van iedere karateles wordt geleerd, werken voor mij heel inspirerend. Het is mooi om te zien hoe in karate zo’n beetje de gehele Japanse cultuur lijkt samen te komen.
Zo is het ook binnen karate belangrijker om eerst de vorm van een beweging onder de knie te krijgen en pas in tweede instantie te begrijpen waarom die beweging belangrijk is. Volgens mij werkt het Japanse bedrijfsleven ook zo. Je moet je in eerste instantie vooral schikken naar de situatie, meedraaien in de discipline en pas later is er ruimte je af te vragen waarom dingen eigenlijk gaan zoals ze gaan.
Nog meer willen weten over karate
En dus levert het ook nog meer vragen op. Vragen die niet per se beantwoord hoeven te worden ten behoeve van dit kinderboek. Maar waar ik zelf nog wel nieuwsgierig naar ben. Ik had nog wel uren kunnen praten, hem nog 100.000 vragen willen stellen. De antropoloog in mij wordt hier heel blij van. Álles wil ik weten over karate en over de Japanse cultuur en over meditatie en… en… en…
Maar voor nu is het genoeg. De grove lijn van het verhaal die ik al in mijn hoofd had, kan met deze kennis worden uitgediept en verfijnd. Dus ik ga heerlijk schrijven.
Over een jaar moet er immers een complete bundel klaar zijn met verhalen voor kinderen over een jongen en een meisje die de wereld rond reizen en in ieder verhaal weer een avontuur beleven met hun vriendjes en vriendinnetjes in een ander land en waar ze tegelijkertijd leren over de gewoonten, manier van leven en cultuur. En een van die verhalen gaat dus over Japan!