Na ons bezoek aan de Toucan Rescue Ranch overnachten we een nacht in de kleine B&B, La Boruca, bij een Costa Ricaans gezin, in de buurt van San José. De avond dat we aankomen regent het en zijn we blij dat we wat te eten hebben gekocht bij de supermarkt. Met onze geïmproviseerde borrelhapjes, biertjes en ons favoriete zomerprogramma “We zijn er bijna!” op de Uitzending Gemist, komen wij de avond wel door.
De volgende morgen schijnt de zon en gaan de kinderen vol enthousiasme in zwemkleding naar het ontbijt. Dat bestaat uit een superlekkere quesadilla, twee tortilla’s met daartussen (voor de liefhebber, dus Quint en mij) ei, ham en kaas en natuurlijk, zoals overal in Nicaragua en Costa Rica tot nu toe, heerlijk vers fruit: watermeloen, ananas en papaya. Terwijl de kinderen ook dit zwembadje (de Costa Ricanen zijn absoluut meester in het bouwen van kleine zwembadjes. De formaten die we hier tegenkomen zouden zelfs in ons Vinex-tuintje passen!) uitproberen (en het uiteindelijk te koud vinden), kletsen wij met de heer des huizes. Hij spreekt wonderbaarlijk goed Engels en dat blijkt te komen door zijn studie in Californië. Hij is ICT-adviseur, bouwt o.a. Websites voor kunstenaars en in ruil daarvoor vraagt hij kunst. Hij vertelt zonder enige gêne vertelt hij dat hij in huis kunst heeft hangen die duizenden dollars waard is, omdat hij toevallig de betreffende schilder, aan de start van zijn carrière heeft geholpen met zijn website. Zijn vrouw blijkt een atelier voor sieraden te hebben en laat zich bovendien graag inspireren door de inheemse kunst. Met name die van de Boruca cultuur, waar vrouwen harde werkers zijn en de mannen luie donders (aldus de eigenaar van de gelijknamige B&B zelf). Dat verklaart alle stenen standbeelden, de inheemse tekeningen op de kamerdeur en de tafels in de prachtig aangelegde tropische tuin.
De rit naar de Caraïbische kust voert ons door het deel van Costa Rica dat in handen lijkt van Chiquita, Del Monte, Dole en Florida Bebidas. We worden ons weer even met onze neuzen op het feit gedrukt dat de bananen in onze Albert Heijn toch echt niet in Nederland groeien, maar (misschien) hier! Bizar om te zien. Links en rechts van de weg staan duizenden bananenbomen en talloze vrachtwagens met containers van genoemde merken. Ik vraag me meteen af hoe daar gewerkt wordt en vooral hoe er wordt omgegaan met de plantagewerkers. Wat zou ik graag eens een kijkje nemen op zo’n plantage, om dat te zien.
Aan het einde van die lange fruit-highway rijden we Puerto Limon in, de havenplaats waar we ineens begrijpen waarom de Caraïbische kust als zo totaal anders wordt omschreven als de Pacifische kust. De mensen hebben duidelijke Afrikaanse wortels, de huizen zijn anders en het hele landschap is minder jungle-achtig, meer tropisch. Super leuk om te zien!
Nog een uurtje later komen we aan in Cahuita, waar we worden verwelkomd door een mengeling van wiet- en vislucht die Paul en mij doet denken aan onze huwelijksreis op Jamaica. De Rastafari’s voor de poort van ons hotel bevestigen dat beeld.
We worden we begroet door Erica, de Zweedse dame die na al langere tijd door Costa Rica te hebben gereisd, in Cahuita is “blijven hangen”. Ze is daarin beslist niet de enige, zien we als we later door het dorpje lopen op zoek naar een restaurant. Waar het aan de Pacifische kant barstte van de Amerikanen, zijn het hier meer Europeanen bestaande uit surfers, backpackers en vooral wat “oudere” hippies die al dan niet onder invloed (van wiet of alcohol) over straat zwieren. Allemaal genietend van La Pura Vida, want als je dat ergens kunt vinden in Costa Rica, dan is het wel hier.
Wil je overnachten in de buurt van San Jose, maar niet in de stad zelf, dan is La Boruca echt een enorme aanrader. De eigenaars zijn supervriendelijk, het ligt op zo’n 20 minuten rijden van het vliegveld en de Toucan Rescue Ranch is nog geen 10 minuten rijden. Leukste is vooral dat je met een verblijf in deze B&B een echt kijkje kunt nemen in het leven van de (weliswaar welgestelde) Tico’s!