Nicaragua in het klein
“Nicaragua in het klein”, zo omschreef Marcel (van Hotel Con Corazon in Granada) Isla de Ometepe. “Als je niet zoveel tijd hebt in Nicaragua, dan moet je zeker hier naartoe, want dan zie je alles wat Nicaragua te bieden heeft,” zei hij.
De vriendelijke bevolking, platteland, dorpjes, prachtige natuur en vulkanen, echt alles wat je in het “grote” Nicaragua vind, vind je ook op Isla de Ometepe. Het eiland dat bestaat uit twee vulkanen, is niet groot en je zou denken dat er omwille van het zojuist geschetste beeld alleen maar toeristen zouden rondlopen. Maar wonderbaarlijk genoeg is dat niet zo. En dat merken we al op de boot naar het eiland toe. Die boot is op zijn zachtst gezegd minder luxe dan we ons de Ferry naar het eiland hadden voorgesteld. De tocht begon al met onze rit naar San Jorge (waarvandaan de boot vertrekt). Die gebeurde met een zowaar niet gammele, half uit elkaar vallende auto met slag in zijn wielen (te herkennen aan het geschommel, zelfs al is er geen hobbel in de weg). Nee, het was een mooie, nieuwe, airconditioned auto. De chauffeur was er erg zuinig op, waarmee zijn rijstijl, net als zijn auto, niet erg Nicaraguaans was. Hij reed heel voorzichtig, laten we het daar op houden. Het feit dat hij alsnog twee keer door de politie staande werd gehouden voor controle (waarvan is onduidelijk) had dan waarschijnlijk ook meer te maken met dat ze zijn nieuwe auto verdacht vonden, dan met het overschrijden van welke verkeersregel (zijn die er überhaupt?) ook.
Schommelen op de kleine boot
In San Jorge bleek de eerstvolgende boot al snel te vertrekken. Er was keuze uit een grotere en een kleinere boot, maar de grote ging pas over anderhalf uur. Dus we namen de kleine. Nadat de trossen bananen uitgeladen en de zakken (met wat eigenlijk?) ingeladen waren konden wij plaatsnemen. De koffers bleven op het dek (gelukkig hebben wij veel vertrouwen in de mensheid en in de vastbind-en-afdek-kunsten van de Nicaraguaan). Hoewel Isla de Ometepe in het meer van Nicaragua ligt (het tweede grootste meer van Latijns Amerika, na Titicaca in Peru/Bolivia), golft het er toch behoorlijk. Het bootje deinde van links naar rechts en het water golfde bij tijd en wijle naar binnen. Het kon Quint allemaal niet deren, hij lag heerlijk te slapen. Wij genoten ondertussen van het uitzicht op de steeds dichterbij komende vulkanen.
Ontelbaar veel vlinders
Ons hotel is een finca, volledig gelegen in het groen en onze veranda heeft uitzicht op de grootste vulkaan van de twee: Concepcion. Als hij tenminste niet in wolken gehuld is, wat in deze regentijd een zeldzaamheid is. Evengoed is het er prachtig. De struiken voor ons huisje staan vol met bloemen en ertussen dwarrelen de kleurigste vlinders en kolibries. De kinderen hebben er een dagtaak aan alle soorten die ze gezien hebben af te tekenen in het boekje dat ze van oma hebben gekregen.
Op de scooter het eiland rond
Na een discussie met de hoteleigenaar over de prijs van de scooterhuur, besluiten we er twee te huren in het dorpje aan het begin van de oprit naar ons hotel. Ze kosten $20 per dag. En met de scooter rijden we naar Altagracia dat volgens de Lonely Planet, na Moyogalpa (waar de ferry aankomt), het grootste stadje is. Daar zijn we snel uitgekeken. Langs de doorgaande weg staan de kleurige huizen en er is een centraal plein. De zijwegen zijn onverhard en de huizen daar zijn ook meteen meer vervallen. De mensen zijn supervriendelijk. Het valt ons op dat we door iedere Nicaraguaan begroet worden, terwijl je zou denken dat ze al helemaal gek zijn geworden van alle toeristen hier. Maar dat valt dus mee. En blij als ik word van een scooter zwaai ik met Noor achterop vrolijk naar iedereen en gillen we samen enthousiast “hola!”.
Als we langs de weg stoppen omdat we even niet meer weten welke kant we op moeten voor het natuurparkje Charco Verde, stopt er prompt een man op een motor met de vraag of we misschien hulp nodig hebben. En misschien is dat, buiten de overweldigend groene natuur, de gigantische vulkanen, die je van overal op het eiland ziet, en het warme meer, nog wel het mooiste en fijnste van dit eiland: de vriendelijke mensen.
Charco Verde
Charco Verde is overigens heel leuk om te bezoeken. Het is een natuurparkje gelegen rondom een klein meertje. De entree is C$145 per volwassene, voor de kinderen hoefden wij niets te betalen. Er zijn 3 wandelroutes die je kunt volgen, maar op aanraden van de dame die ons wat uitleg geeft, volgen wij de kortste. De andere twee hebben een kleine klim in de route en met de kinderen werd dat niet aangeraden. Boven onze hoofden horen we de brulapen en voor onze voeten steken tientallen salamanders razendsnel het pad over. In de “kas” vlak naast de entree fladderen de mooiste vlinders en een paar kleine vogeltjes tussen de grootste kleurige bloemen. Halverwege de wandeling komen we op het strandje. Dat bestaat uit zwart zand, vanwege de lava. De vloer is hier dus letterlijk lava, tot grote hilariteit van de kinderen. In de verte zien we hele donkere wolken gestaag onze kant op komen. We zwemmen wat totdat het echt flink begint te regenen. We hopen op een tropische bui, zoals we ze inmiddels wel gewend zijn. Maar deze houdt na tien minuten nog niet echt op. Gelukkig blijft het warm en rijden we dwars door de regen terug naar ons hotel, waar we als verzopen katten aankomen.
Rondje om de vulkaan
De tweede dag rijden we nog een rondje om de “kleine” vulkaan. Goed te doen lijkt ons, een kilometer of 15, schatten we. Hoewel we al hoorden dat aan andere toeristen werd afgeraden het rondje te maken, vanwege slecht wegdek, menen wij dat dat wel mee zal vallen. Nou dat hebben we geweten. De term “off the besten track” zullen wij vanaf nu altijd associeren met deze scooterrit. Het begint met een verharde weg. Die gaat over in een onverharde weg. Ook nog prima te doen. Maar onverhard wordt modderig, vol losse stenen, plassen en onverwachte gaten. En niet te vergeten: er is hier geen meter vlak, we rijden immers om/op een vulkaan. Dus we gaan van boven naar beneden… Als er dan ook nog een heftige tropische stortbui valt verandert het wegdek in een combinatie van alle eerder beschreven wegdeksoorten, met water, wat het geheel dus glad en nog onvoorspelbaarder maakt. Quint, die vandaag bij mij achterop zit, gilt het uit van plezier en presteert het zelfs om het laatste stukje nog bijna in slaap te vallen (hij kan echt overal slapen). Het is wel de allermooiste scootertocht die we ooit hebben gemaakt! De vulkanische grond, gecombineerd met de zon en de regen zorgen voor zo ongelofelijk veel en intens groen. Prachtig. Dat gecombineerd met die vriendelijke Nicaraguanen, die op hun dooie gemakje (ook in de regen) op hun paard voorbij wandelen, of met hun machetes op hun rug op weg zijn naar een plantages om bananen te oogsten, die vervolgens met een vrachtwagentje (hoe die boven is gekomen is ons een raadsel) worden opgehaald en de vrouwen die bij hun huizen vanuit hun hangmat of schommelstoel vriendelijk zwaaien. Echt wel een klein paradijsje.
Ojo de Agua
Als het eenmaal weer droog is (dit keer was de bui wel van kortere duur) dompelen we onszelf onder in Ojo de Agua, een natuurlijke, maar inmiddels wel aangelegde, bron. Het is zaterdag, dus ook de Nicaraguanen genieten er van hun vrije dag. Quint die zich eerst nog een beetje schaamt dat hij nog met bandjes om moet zwemmen, verliest die schaamte totaal als hij ziet dat de Nicaraguanen (ook) niet kunnen zwemmen. De kinderen verbazen zich bovendien over het feit dat de Nicaraguanen volledig gekleed (in korte broek en shirt) het water in gaan.
Onder de indruk
Als kers op de taart trekt ’s avonds de bewolking rondom de grote vulkaan bijna helemaal op en hebben we voor het eerst in deze drie dagen een compleet beeld van de grootte van de Concepcion. Enorm indrukwekkend. Ineens realiseren we ons dat die vulkanen hier niet alleen prachtig zijn, maar ook gevaarlijk kunnen zijn. Als dit gevaarte uitbarst, kun je geen kant op. Ondanks de bordjes met “Ruta de evacuacion” die we onderweg zo vaak tegenkwamen.
Isla de Ometepe laat een diepe indruk achter. Wow!
We zijn benieuwd of Costa Rica ook zo mooi en authentiek gaat zijn!
Op Isla de Ometepe overnachtten wij in Finca El Encanto. Hier kun je eigen huisjes huren met een veranda (en groot raam in de kamer) met uitzicht op Vulkaan Concepcion (de grote van de twee), maar er zijn ook “gewone” tweepersoonskamers, met een gedeelde veranda met hangmatten. Het restaurant is buiten en eenvoudig, maar het eten is enorm lekker.