Tortuguero, gelegen in het noordoosten van Costa Rica, betekent “schildpaddenjager”. Het park dat aan de kust ligt, draagt niet voor niets deze naam, want uitgerekend op de lange stranden van dit deel van Costa Rica komen jaarlijks duizenden schildpadden aan land om hun eieren te leggen. Het gaat daarbij om de lederschildpad en de groene zeeschildpad, beide van enorme afmetingen. In juli en augustus is het het seizoen van de groene zeeschildpad en wij hopen die dan ook te gaan zien! Hiervoor moeten we ’s avonds op pad, als het donker is. Maar eerst moeten we Tortuguero überhaupt zien te vinden.
Op aanwijzingen van het hotel parkeren we de auto in La Pavona. Dat dorpje kent onze navigatie niet, maar gelukkig vind ik ergens op internet een routebeschrijving. Als we er zijn snap ik wel waarom onze navigatie La Pavona niet noemenswaardig vindt. Het is ook niets, behalve een parkeerterrein (waar alleen maar huurauto’s en toerbussen staan) en een (veel te duur) restaurant waar je kunt wachten op je boot. Van het hotel hadden we een heel tijdschema gekregen hoe laat de boten zouden gaan en wij mee zouden kunnen. Als echte Hollanders zijn we ruim een uur te vroeg, maar tot onze verrassing staat er al iemand op de parkeerplaats met een bordje met onze naam erop. We lopen achter hem aan en kunnen meteen plaatsnemen in de boot, die al klaar ligt. Niet dat we meteen vertrekken, want er is nog meer plaats in de boot en dus gaat er ook nog een Costa Ricaans gezien mee, die op het vaste land inkopen heeft gedaan: een magnetron, tassen vol spullen en zelfs een TV gaan mee aan boord. Je kunt niet anders dan over water in (het dorp en de hotels van) Tortuguero komen. Het gebied bestaat uit louter rivieren die tussen de mangrovebomen door meanderen. Later horen we dat niet al die riviertjes er helemaal op natuurlijke wijze zijn gekomen. Ze zijn deels aangelegd door de houtbedrijven die tot een jaar of 50 geleden nog heel actief waren in het gebied. Ook mogen we blij zijn dat we in het regenseizoen in Tortuguero zijn. de riviertjes zijn namelijk zo ondiep dat in het droge seizoen alleen gebruik kan worden gemaakt van de grote rivier, waardoor de vaart naar de parkeerplaats ruim twee uur in beslag neemt. In ons geval vaart de kapitein een half uurtje later al het strand van Tortuguero-village op. De Costa Ricaanse familie wordt afgezet evenals de TV, al moeten we nog even wachten op de (nieuwe) eigenaar. Op zijn dooie akkertje komt hij aangeslipperd nadat hij gebeld is door de kapitein. Wij varen nog eens vijf minuten naar de overkant van de rivier naar onze lodge. Alle hotels/lodges in Tortuguero bieden een soort van all-inclusive-concept, omdat je vrij letterlijk op een eilandje zit en maar moeilijk gebruik kunt maken van faciliteiten buiten je lodge.
Er is een zwembad, dus de kinderen vermaken zich goed en wij genieten van het uitzicht op de rivier, waarin ik zelfs een dolfijn zie springen (tot ongeloof van Paul en de kinderen, maar ze zitten er echt!). De lodge ligt echt in de jungle en dus zien we ook nog apen in de bomen slingeren en vliegen er prachtige vogels rond. Maar we zien nog veel meer dieren tijdens onze ochtendboottour. Vooral onze kapitein is een meester in het spotten van dieren op bomen, ook al varen we er in een noodgang langs. Zo zien we 6 vleermuizen op een rijtje, boven elkaar tegen een boomstam, met elkaar bewegend alsof het een slang is, zoals ons in Manuel Antonio was verteld. We zien basilisken (ook wel Jesus Christ lizard genoemd, omdat hij over water kan lopen), hele grote leguanen, een grote groep toekans, met van die fantastische gele snavels en nog veel meer dolfijnen. Overal om ons heen springen ze boven het water uit, jagend op vissen. Wat een feest! Als kers op de taart stopt de kapitein de boot onder twee bomen. De een aan de ene kant van de rivier, de ander aan de andere kant. Aan de rechterkant zit een groep capucijnapen in de boom en volgens de gids zullen ze willen oversteken. We wachten rustig af en ja hoor. Een voor een springen de apen naar de overkant. Quint mag, als jongste van het stel, voorop de boot zitten en zit dus eerste rang. Echt waanzinnig dit!
Met de eigenaar van het hotel steken we de rivier over naar het dorp Tortuguero. Hij fungeert even als gids en vertelt ons hoe hij door een soort van hotelruil met iemand uit Monteverde aan dit hotel is gekomen. Ook vertelt hij ons over de zeeschildpadden en brengt hij ons via het Turtle Conservatory Centre en de lokale school naar het dorp. Noor en ik willen graag nog wat kadootjes kopen en dus duiken we meteen het eerste winkeltje in dat we tegenkomen. Tegen onze verwachting in is Tortuguero village meer dan alleen een toeristen-winkelstraat. Er wonen nog zo’n 500 mensen en als we de straatjes achter de “hoofdstraat” in lopen zien we waar. Het zijn eenvoudige huizen, veelal op korte paaltjes, met uiteraard weer op iedere veranda een schommelstoel, zoals we overal in Costa Rica al hebben gezien. Er wordt alleen gefietst en gelopen, auto’s zijn hier niet. Kris kras lopen we door de kleine straatjes en kletsen hier en daar nog met wat kinderen. Een van hen is Joycee een meisje van 9, dat een stukje met ons meewandelt. Ze zit in de 3e klas van de lokale school die we eerder zagen. Ze vraagt naar Noors leeftijd en als ze hoort dat ze bijna even oud zijn vindt ze dat meteen helemaal leuk. Bij haar huis zegt ze gedag. Het is het huis waar we eerder een moeder een klein jongetje zagen wassen, in de wasbak met een tuinslang. Joycee’s broertje waarschijnlijk.
Helemaal achterin het dorp vinden we een supermarktje waar we nog anti-muggenspul kopen. Het is zaterdag en de kinderen van de eigenaar helpen mee in de winkel. Winkeltje spelen in het echt, zullen we maar zeggen. De dochter weet beter waar het muggenspul te vinden is dan de eigenaar zelf en loopt voor ons uit door de winkel om het uit de schappen te pakken. We zijn er erg blij mee, want overdag of ’s avonds, het maakt hier niet uit hoe laat het is, je wordt de hele dag door lek geprikt.
Aan het einde van de middag horen we dat we al met de groep van 20.00u mee mogen om te gaan kijken bij het nesten van de schildpadden. Om de druk op het strand en de schildpadden wat te verlichten worden alle toeristen verdeeld over twee avondgroepen (om 20.00u en om 22.00u) en over verschillende sectoren. Wij moeten via een heel donker bospad, dat evenwijdig loopt aan het strand, doorlopen tot nummer 48. En dan is het wachten tot een van de rangers ons het strand op roept, om een schildpad te zien. Het is maar de vraag of we er veel gaan zien, want het is volle maan en volgens de gids vinden schildpadden het dan al snel te licht. Maar we hebben geluk. Na een tijdje wachten worden we geroepen door de ranger en mogen we het strand op. Er is net een schildpad uit zee gekomen en nu bezig een nest te graven. Vlak bij het strand moeten we weer even wachten, want pas als een schildpad echt aan het “bevallen” is, raakt ze in trance en wordt ze minder snel gestoord. Komen we eerder, dan kan het zijn dat we haar proces verstoren en ze de eieren laat vallen op het strand en terug de zee in gaat. Dus wij wachten, maar evengoed komt de ranger op een gegeven moment terug dat de schildpad zich alsnog heeft omgedraaid. Wij balen, want ondertussen is er toch weer tijd verstreken. De ranger wijst ons een andere sector en als we daar aankomen mogen we direct het strand op. Wat we dan zien overtreft onze hoogste verwachtingen. We zien wel 11 schildpadden, allemaal in een andere fase verkerend van het nest-proces: we zien er die net uit de zee het strand op komen (en zo’n prachtig spoor achterlaten), schildpadden die bezig zijn een nest te graven (en het zand metersver van zich af zwiepen), we zien schildpadden terug gaan naar zee en opgeslokt worden door grote golven en we zien ook dat waar we voor gekomen zijn: een schildpad die eieren legt. Sterker nog, we zitten er met onze neus bovenop. Onze gids heeft een rood lampje bij zich (alle andere verlichting, inclusief camera’s en mobiele telefoons zijn verboden) en hij schijnt zo tussen de achterpoten van de schildpad. Ei voor ei zien we uit haar achterste komen. Zo groot als golfballen zijn ze en zo rond ook. Tientallen vallen er in het gat van ongeveer een meter diep (een schildpad legt per keer zo’n 100 eieren, hiervan haalt ongeveer 1% van de jongen het tot volwassenheid). Het is echt ontzettend bijzonder om te zien. Als ze klaar is, veegt ze met haar achterpoten zand over het nest om het te camoufleren. We zijn allevier enorm onder de indruk! Dit was misschien wel het meest bijzondere dat we in Costa Rica hebben gezien.
Tijdens de nachtwandeling mochten we geen foto’s maken. Deze foto komt van Pinterest.
In Tortuguero verblijven we in La Baula Lodge. Net als de andere lodges biedt deze een soort van all-inclusive-concept. Bij de kamerprijs inbegrepen zitten drie maaltijden, een boottocht en een trip naar Tortuguero village. De schildpadden tour komt er nog bij, maar die regelen zij wel voor je. De kamers zijn aan een opknapbeurt toe, maar daar zijn ze ook druk mee bezig.